Archive for the ‘moestuin’ Tag

Stuifmeelfestijn voor hommels en andere insecten   Leave a comment


Hoewel het zomerseizoen al een beetje op zijn eind loopt, is onze moestuin een oase van kleuren. Groene planten, gele pompoenbloemen, verschillende tinten blauw van de hysop en de dropplant, oranje goudsbloemen, rode melde, lichtroze van de lablabboon, witte bloemetjes van de olifantsboon, gele venkelschermen, snijbiet in vijf verschillende kleuren, rode melde en de paarse bloemen van de boomspinazie. Het is een pracht gezicht. Het is dan ook geen wonder dat het letterlijk gonst van de activiteit in de moestuin. Bijen, hommels, vlinders en andere insecten vliegen af en aan om zich te goed te doen aan het stuifmeel van de vele bloemen. Sommige insecten zitten helemaal onder, andere dragen dikke klonten stuifmeel rond hun poten. Het is dan ook een genot om tussen de planten te gaan zitten en eens goed te kijken en te luisteren naar de natuur.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Snijbiet, een wonderbaarlijke groente (met recept voor snijbietquiche)   4 comments


 (Hoe bewaar je een moestuin, deel 4)

Lang geleden, in de jaren 70 van de vorige eeuw, kreeg mijn vader een stukje grond om een moestuin te beginnen. Ik weet niet meer wat hij daar allemaal op teelde. Ik weet alleen dat ik het toen al leuk vond om daar naar toe te gaan en met plantjes en modder bezig te zijn. Daar is het zaadje gelegd voor de moestuinhobby waar ik me nu mee bezig hou. Wat m’n vader allemaal verbouwde weet ik niet meer, maar één groente kan ik me nog wel herinneren: snijbiet. We hadden er nog nooit van gehoord, maar het smaakte lekker. Zelfs veertig jaar later, toen ik zelf een moestuin tot mijn beschikking kreeg, kon ik me die smaak nog herinneren. Snijbiet was dan ook zo ongeveer het eerste dat ik in mijn eigen tuintje wilde hebben.

Snijbiet is een wonderbaarlijke plant. Nu bijna vergeten, maar in vroeger tijden was dit een veel gebruikte groentesoort. Een andere naam voor snijbiet is warmoes, en die naam was eeuwenlang een synoniem voor de moestuin. In oude steden vind je nog wel eens een warmoesstraat, om aan te geven dat zich daar vroeger de moestuinen van de stad bevonden. In de twintigste eeuw is de snijbiet verdrongen door spinazie. Snijbiet is na het oogsten namelijk moeilijk houdbaar, iets wat met spinazie wel kan. Het snijbietenblad verlept snel, maar door de bladeren meteen in een zakje met wat water te doen heb ik ze toch enige dagen vers kunnen houden. In een natte doek rollen schijnt ook te werken.
Snijbiet (Beta vulgaris subsp. vulgaris) is een bladgroente, te vergelijken met spinazie, met de smaak van bietjes en de eigenschappen van bladsla. Het is een plant uit de amarantenfamilie, waar ook de rode biet, melde en de quinoa toe behoren. Zowel het blad als de stelen kunnen gegeten worden. Omdat je telkens maar een paar blaadjes van een plantje plukt, blijft de snijbiet gewoon doorgroeien en nieuwe blaadjes aanmaken. Van een klein perceeltje snijbiet kan je dus een heel jaar eten. Inderdaad een wonderbaarlijke plant.
Zaaien kan van vroeg in het voorjaar tot diep in de nazomer. Je kunt het zelfs in een grote pot of bak zaaien, want het maakt geen diepe wortels. Thuis heb ik een bak met snijbiet staan om dagelijks van te plukken. In de moestuin heb ik de varianten staan, die grotere stelen aanmaken. Als plant is de snijbiet zeer decoratief. De felgekleurde bladstelen vallen erg op, en geven kleur aan de moestuin. De variant met rode stelen (rhubarb chard) is het meest gangbaar, maar er zijn ook planten met witte, gele, roze en zelfs paarse stelen.
In Nederland zal je snijbiet zelden tot nooit bij de groenteman zien, om van supermarkten maar te zwijgen. Hoewel, ik heb ze één keer gezien bij een natuurvoedingssupermarkt, maar dat was dan ook een uitzondering. In het  buitenland, met name in Italië, zal je de snijbiet vaker tegenkomen. Daar wordt het ook volop gebruikt in allerlei lekkere gerechten. Je kunt het blad op dezelfde manier gebruiken als spinazie, maar door de duidelijke bietjessmaak is het niet zo dat je in alle recepten eenvoudig de spinazie door snijbiet kunt vervangen.
De jonge, kleine blaadjes zijn heerlijk door de sla. De grotere bladen hebben een harde bladnerf en zijn daarom minder geschikt om rauw te eten. Je kunt de stengels en bladnerven even in kokend water blancheren tot ze zacht zijn, en dan eten. De roze stelen verliezen wel iets van hun kleur, maar de rode en witte stelen blijven duidelijk herkenbaar. Het blad invriezen kan ook: net als spinazie even blancheren, in zakjes doen en daarna in de vrieskist.
Mijn lievelingsrecept met snijbiet is een quiche. Het is geen makkelijk recept, want je moet nog al wat handelingen verrichten. Maar het resultaat is een heerlijke groentetaart die zowel warm als koud erg lekker is. Ik gebruik altijd bladerdeeg voor de buitenkant, omdat ik dat makkelijk vind, maar je kunt ook zelf deeg maken.

Het recept voor snijbietenquiche, voor 2 kleine quiches (4 personen):
voorbereidingstijd: ongeveer 40 min, baktijd: ongeveer 40 min.
ingrediënten:
– 8-10 grote snijbietbladeren met stelen
– 10 kleine snijbietbladeren met steeltjes
– 1 middelgrote ui
– 125 gr spekreepjes
– 4-5 eieren
– 200 ml room
– 100 gr geraspte belegen kaas
– 3-4 plakjes bladerdeeg (of deeg voor een quiche)
– karwijzaad
– paneermeel
peper en zout
2 taartvormen van 15 cm doorsnee (ik gebruik deze kleine vormen omdat die makkelijker in te vriezen zijn, en 1 kleine quiche is genoeg voor 2 personen)
Oven 220 graden Celsius

bereiding:
Oven voorverwarmen op 220 graden.
Taartvormpjes invetten, bodem en zijkant bedekken met (blader)deeg. Gaatjes in de deegbodem prikken, daarna de bodem bestrooien met het paneermeel (om het vocht uit de snijbiet op te vangen), en wat karwijzaad over de bodem strooien.

Spekjes bakken. Ui snipperen en na minuut of 10 bij de spekjes voegen om te laten fruiten.
In een kom de eieren breken, room, peper en zout erbij (voorzichtig met de zout, want de kaas en spek zijn ook al zout), en klutsen tot gelige massa.
Snijbiet wassen. Stelen en nerven van de grote bladeren halen en in stukjes van 5 tot 10 cm lang snijden. In een pan met water doen, aan de kook brengen en een minuut of 5 laten koken tot de stelen zachter zijn (al dente!). Stelen op de quichebodems leggen.
Overgebleven blad en de rest van de snijbiet in grote stukken snijden. In andere pan doen, water erbij en aan de kook brengen. Net als spinazie slinkt snijbiet erg tijdens het koken. Een paar minuutjes op laag vuur laten staan, tot blad genoeg geslonken is. Kookvocht uit de bladeren drukken (in een vergiet). De snijbiet over de twee quichevormen verdelen, op de stelen.
Het spek-uimengsel over de snijbiet verdelen. Daarboven komt een laagje kaas, en schenk als laatste het eimengsel in de quichevormen. Eventueel kan je er nog wat kaas over strooien voor een mooi gratinlaagje.
Zet de quiches in de voorverwarmde over (220 graden C.) en laat ongeveer 40 minuten bakken. Het resultaat moet er dan ongeveer zo uitzien:
Je kunt de quiche meteen opeten, maar koud is het ook erg lekker. Invriezen kan ook.
Soms doe ik nog gedroogde tomaatjes door het eimengsel. Dit geeft nog wat extra smaak. (in de quiche op de foto heb ik het ook gebruikt).

Eet smakelijk!

Meer over snijbiet is te vinden op deze voortreffelijke site: Snijbiet.nl

Het bramenparadijs (met een recept voor bramenlikeur)   Leave a comment


De braam laat het dit jaar erg afweten. Zowel in mijn eigen tuin, als in de moestuin zit er nog geen bloemetje aan. Het zal wel met het koude voorjaar te maken hebben. Ook de frambozenstruiken vertonen weinig vruchten, en de aalbessenoogst viel ook al tegen. Het ziet er dus naar uit dat het een slecht fruit- en bessenjaar wordt.
Dat is jammer, want bramen (en andere bessen) zijn heel gezonde vruchtjes. Een braam zit vol vitamine C en natuurlijke suikers. Er zit ook een beetje tannine in de vruchtjes, en dat heeft een genezende werking bij diarree.
Er is niets leukers dan in augustus en september het bos in te gaan, en thuis te komen met zakjes en bakjes vol donkerblauwe vruchtjes van de Rubus Fruticosus (de zondagse naam van de wilde braam), met blauwe vingers van het plukken en een blauwe tong van het snoepen. Die gratis oogst gaat thuis meteen in de pan om er lekkere jam, gelei, sap of likeur van te maken. Maar als er geen bloemetjes aan de struiken zitten, dan komen er ook geen bramen. Zo werkt dat nu eenmaal in de natuur.
Ik had me dus al helemaal ingesteld op een jaar zonder die zelfgemaakte lekkernijen, tot we bij toeval een waar bramenparadijs vonden. Langs een achteraf parkeerterrein, ergens in Den Haag, stonden hoge braamstruiken, vol met vruchtjes. Het Braamstruikse Binnenpad in het kwadraat! Door de gebouwen rond de parkeerplaats was een beschutte ruimte ontstaan. De bestrating had alle zon en warmte vastgehouden, waardoor er een microklimaat was ontstaan waarin de braamstruiken welig konden tieren.
Het terreintje was verboden voor onbevoegden, maar het hek stond open en er stonden een paar auto’s geparkeerd. Volgens een medewerker van een naastgelegen bedrijf werd het af en toe gebruikt door mensen van Defensie, maar dat wist hij ook niet zeker. Vroeger kwam één van zijn collega’s er nog wel eens. Hij gebruike de bramen voor in de kwarktaart, maar hij werkte nu niet meer hier. Er was nu niemand meer die wat met die bramen deed. Als we een potje jam kwamen brengen, dan mochten we wat hem betreft onze gang gaan. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen. We pakten de emmer en de bakjes uit de auto(we hadden ons al voorbereid) en gingen aan het plukken. Binnen een half uur hadden we een halve emmer vol; zeker een kilo of vijf aan bramen. Er hing nog veel meer, maar dat was voor een volgende keer.
Thuis gingen we meteen aan de slag. Voor de gelei heb ik eerst het sap uit de bramen geperst. Dit gaat het makkelijkst met een passefit, maar met een zeef en een bolle (soep)lepel gaat het ook. Het sap breng je vervolgens aan de kook, voeg geleisuiker toe, even laten pruttelen, en klaar. Jam maken is zo simpel. Binnen een uur stonden er , acht jampotjes, ongeveer twee liter, vol met heerlijke bramenjam.
Ik had ongeveer een kilo bramen achter gehouden om likeur van te maken. Het recept daarvoor is heel simpel, maar je moet er wel geduld voor hebben. De likeur moet namelijk een maand of drie `rijpen`. Verder heb je een paar grote potten nodig, minstens een liter, met een goede luchtdichte sluiting.
Het recept is te vinden in een oudere blog: http://wp.me/p1JGq4-4j

Site over de geneeskrachtige werking van de braam: http://www.kruidengedoetje.nl/kruiden_beschrijvingen/Braam%20_%20Rubus%20fruticosus.htm

Nieuwe oogst : raapstelen uit eigen tuin (recept voor raapsteelstamppot)   Leave a comment


Er waait een gure wind. Regen, donkere wolken en een mager zonnetje wisselen elkaar af. Het kan nog vriezen ’s nachts. Maar wij hebben de eerste oogst van het nieuwe tuinseizoen al binnen: Raapsteeltjes!  Een week of zes geleden gezaaid in onze zelfgemaakte koude kas, en nu al klaar voor de pluk.

De koude kas is onze oude gereedschapskist, waar ik de bodem uit heb geslagen. De overgebleven houten zijkanten heb ik een klein beetje ingegraven, en het geheel gevuld met een mengsel van potgrond en gewone aarde. Een paar gevonden platen perspex konden mooi dienst doen als afdekking en isolatiemateriaal, en klaar was de kas.

De raapsteeltjes, gewoon op de volle grond gezaaid, groeiden er in ieder geval goed in. En zo konden we op tweede paasdag de eerste oogst van het nieuwe tuinseizoen binnen halen. Natuurlijk hebben we dit jaar al meer uit de tuin gegeten; tot de strenge vorst hebben we nog een paar keer boerenkool en spruitjes kunnen halen. Maar de versgroene raapsteelblaadjes zijn toch echt de eerste groente die we hebben geoogst van zaden die we dit jaar gezaaid hebben.
Ik heb er stamppot van gemaakt. Het recept vond ik in het lokale reclameblaadje. Aardappels schillen en koken. Uitje snipperen en fruiten met een beetje kerriepoeder. Raapsteeltjes wassen en de worteltjes afsnijden.
De gare aardappels pureren (melk en boter toevoegen en stampen maar), gefruitte uitjes toevoegen en als laatste de raapsteelblaadjes er door roeren (of er overheen leggen). Wij aten er toscaanse worstjes bij, maar dat is niet verplicht. Een lekkere lentebock maakte het feestmaal compleet.
Eet smakelijk

ps: raapsteelstamppot is ook lekker met een gratinlaagje!

een jaar in de moestuin : een fotografische terugblik   Leave a comment


Het was een druk jaar in de moestuin. Van een verwilderd stukje grond hebben we een mooie en productieve moestuin weten te maken. Dat kostte soms veel arbeid (spitten, wieden, water geven), maar daar kregen we ook weer veel voor terug. We hebben er heerlijk van gegeten (favoriete recept: quiche met snijbiet), en we hebben ook kunnen genieten van de omgeving, de dieren, de planten en de stilte (soms). Hieronder staan een aantal foto’s die ik gedurende het afgelopen jaar heb gemaakt in ons moestuintje; close ups van planten en dieren. Want door in de tuin te werken kom je wel heel dichtbij de natuur. En dat is één van de geneugten van een groentetuin. Als je wilt reageren op de foto’s, doe dat gerust. Ik wil bijvoorbeeld nog graag weten wat de naam van de bekerzwam is, die naast onze compastbak groeide. Ik dacht een varkensoor, maar als er iemand is die het precies weet, dan hoor ik het graag. Veel plezier van onze groentetuin.

Deze slideshow vereist JavaScript.