Van oneindig groot naar klein en intiem : The Theory of Everything   Leave a comment


Recensie van het nieuwe album van Ayreon

foto artwork : Christophe Dessaigne

foto artwork : Christophe Dessaigne

Een man staat in een kamer, hoog in een vuurtoren aan een verlaten kust. In een hoek van de kamer ligt een andere man op de vloer. Leeft hij nog? En waarom zijn ze in die eenzame vuurtoren? De staande man, een wiskundeleraar, kijkt een schoolbord dat volgekrabbeld is met wiskundige formules. Hij beseft waar hij naar kijkt : de theorie die alle natuurkundige verschijnsels, van extreem groot (het universum) tot extreem klein (kwantumfysica) met elkaar verbindt: de Theory of Everything.
Met deze scene begint en eindigt het nieuwe conceptalbum van Ayreon “The Theory of Everything”. In iets minder dan 90 minuten wordt het verhaal verteld van een briljante maar contactgestoorde jongen en de mensen om hem heen : zijn ouders, de leraar, een jaloerse student, zijn vriendin en nog wat personen. Het zijn de ingrediënten voor een muzikaal spektakelstuk, een echte progrock opera.

Ondanks de titel is “The theory of everything” geen wetenschappelijke verhandeling. Het verhaal focust op de briljante jongen, op zijn onvermogen om contact te maken met zijn vader (ook een wiskundige) en zijn moeder, en hoe zijn omgeving daarmee omgaat. Het gaat over emoties (jaloezie, liefde) en drijfveren (ambitie, erkenning, geld) en dat maakt dit een heel menselijk en toegankelijk album. 

coverpainting : Jef Bertels

coverpainting : Jef Bertels

Muzikaal is het een sterk album. Het verhaal bestaat uit vier lange delen, die weer in korte stukken (42 in totaal) zijn verdeeld. (Volgens de sf-roman The Hitchhiker’s guide to the galaxy is 42 het antwoord op de ultieme vraag). Het eerste deel begint nog met van-dik-hout-zaagt-men-planken hardrock, maar al snel sluipen er meer folkinvloeden in de muziek, en wordt ook de zang minder schreeuwerig en beter gedoseerd. Het gaat van groots en meeslepend in de rockdelen, naar klein en intiem in de meer folkachtige stukken. Viool, fluit en akoestische gitaar worden moeiteloos afgewisseld met rockgitaar, drumroffels en heftige synthesizerpartijen. Hier komen de gastmuzikanten Rick Wakeman (Yes) en Keith Emerson (van Emerson, Lake & Palmer) in beeld. Ook gitarist Steve Hacket (Genesis) doet een duit in het muzikale zakje. Ayreon (een alter ego van Arjan Lucassen) houdt er van om bekende en minder bekende muzikanten bij zijn projecten te betrekken. Zo ook op dit conceptalbum. Naast de al genoemde proggoden zijn onder andere Christina Scabbia (in de rol van de moeder), Jordan Rudess (op keyboard) en Tommy Karevik (de briljante zoon) te horen. De zangers en zangeressen zijn goed gekozen, en weten de emoties in het verhaal goed over te brengen. De stemmen zijn herkenbaar genoeg om te weten welk personage aan het woord is. Zoals het hoort in een opera vullen muziek en zang elkaar goed aan. De orkestrale stukken zijn verbluffend goed. Het geheel is puur luistergenot, met veel verwijzingen naar prog uit de jaren ’70 en ’80, maar ook met het onmiskenbare Ayreon-sausje dat op zijn vorige projecten te horen was : lekker doorstampende riffs die de melodieën een stevige drive geven. Hier speelt drummer Ed Warby een grote rol, die al eerder met Ayreon heeft gewerkt.

Het enige dat het album mist is een lekkere meezinger. De songs zijn allemaal onderdeel van het verhaal, en geen op zichzelf staande stukken. Het prachtige ingetogen duet “Mirror of dreams” komt er nog het dichtst bij. Het is een nummer dat ook zonder het verhaal goed te beluisteren is.

Wat ook ontbreekt om het een echte opera te maken is het toneelspel, het visuele aspect. Maar dat is niet echt een gemis. De handelingen en plaatsen worden in de begeleidende tekst weergegeven. Zo vullen verhaal en muziek elkaar goed aan.

Het eind van het album heeft nog een leuke twist. Op het moment dat de theorie eindelijk gevonden is, blijkt dat er er iets onverklaarbaars is gebeurd, dat in geen enkele theorie past. Een fluisterende stem besluit het album : “from zero to infinity, help me!” Van wie is die stem? Waar komt hij vandaan? Het lijkt wel de opmaat voor een vervolg op dit verhaal. Wie zal het zeggen?

Links en fragmenten:

Trailer van het album : klik hier
Interview met Arjen Lucassen (Ayreon) over het album : klik hier
Phase I : Beginscene : The Blackboard (met JB als The Teacher en Sara Squandrani als The Girl)
Openingsnummer : The Theory of Everything part 1 (met Michael Mills als The Father en Christina Scabbia als The Mother, Jeroen Goossens, fluit en Rick Wakeman, piano)
Phase II Openingsnummer : The consultation (met John Wetton als The Psychiatrist, Christina Scabbia en Tommy Karevik als The Prodigy)
Phase III : Transformation (met JB en Tommy Karevik) en Collision (met Tommy Karevik en Marco Hietala als The Rival, en Ben Mathot op viool)
Phase IV : Mirror of Dreams (Christina Scabbia en Sara Squandrani, Michael Mills op Irish Bouzouki, Troy Donockley op Irish whistle en Maaike Peters cello), The Lighthouse (met JB en Tommy Karevik, en Maaike Peterse op cello en Jeroen Goossens op contrabasfluit !), The Parting (met gitaarsolo van Steve Hackett), The Blackboard Reprise (met JB en Maaike Peters, cello)

artwork Christophe Dessaigne

artwork Christophe Dessaigne

Reageren mag hier: